Het Justitiepaleis werd op 19 maart 1926 zwaar
geteisterd door een felle brand dat twee dagen duurde.
De buitenmuren werden gespaard maar praktisch heel
het interieur, de inboedel en de meeste dossiers gingen in de vlammen
op.
Wel werden in de Rechtbank van Eerste Aanleg het
geschilderd portret van Keizerin Maria-Theresia van 1749 alsook de oude
bibliotheek van de Raad van Vlaanderen gered.
De Rechtbank en het Hof van Beroep werden
overgebracht naar het gebouw waar een tijd geleden de school van Klein
Sint-Bavo gelegen was, naast de kathedraal, maar waar toen het
Bisschoppelijk Seminarie gevestigd was dat inderhaast verhuisde naar
zijn nieuw gebouw aan de Reep. Nu is het Seminarie weer gevestigd naast
de kathedraal.
Wederopbouw.
Na de brand gebeurde de wederopbouw onder leiding
van architect M. De Vaere en duurde tot 1930. De binneninrichting werd
volledig gewijzigd. In plaats van de grote "Salle des pas perdus" op de
eerste verdieping, werd gekozen voor een binnenkoer met ruime goed
verlichte gangen rondom. Het aantal bruikbare lokalen werd van 58 op 100
gebracht. Binnenin is het gebouw sober gehouden. Er werden enkele grote
schilderijen opgehangen.